Summary of class, 29/09Samenvatting les, 29/09

This summary is for the afternoon session in Amstelveen.

After a regular warm-up, training started with an inspection of the shinai. Just like last Tuesday emphasis was placed on proper upkeep of especially your shinai so that you won’t cause injury with any splinters that might come off it.

Afterwards there was a shuugou during which Heeren-sensei explained the importance of courtesy during training. He felt that the kendoka were not showing enough respect towards each other, and especially towards those who rank higher.

  • When greeting an opponent of equal rank, a small bow is sufficient.
  • When greeting one of higher rank, especially a sensei, you should bow deeper than your opponent.
  • Bow whenever you finish an exercise to thank your training partner for that round “arigatou gozaimashita”, but also bow at the beginning, to ask for good guidance, or to wish for a good exercise “(yoroshiku) onegai shimasu”.
  • Conversely, the training always starts and ends with a kneeling bow, and with the same words (onegai shimasu for the beginning and arigatou gozaimashita for the end). Shiai and jigeiko also start with a type of bow called sonkyo.

Then it was on to kihon exercise. The points for this Saturday were roughly the same as last Tuesday’s training during which we focused on seme-men and feint kote-men. These exercises were alternated with kirikaeshi.

  • From maai, step all the way in until your kensen is on your opponent’s right kote. Hit men from there. The point is that your opponent will only see a small object coming towards them, causing them to react later than when they would be facing the entire edge of your shinai.
  • Make sure to pause for a split second between your seme and your actual attack.
  • The object of the seme is to take the center between you and your opponent. Control the center and you control the fight.
  • The mental requirements to be able to make this attack are courage and determination.
  • Since most kendoka are not very proficient yet, the exercise should be executed in a large fashion. This is the best way to develop the finer motions that are needed to make your shinai snap using your wrists. This will also automatically cause you to make better use of your left arm.

After the kihon there was uchi-komi, and kakari geiko for those kendoka who were going to participate in the Fumetsu Cup on Sunday. The kakarigeiko was supervised by Fukuyama-sensei, Herbold-sensei, Heeren-sensei and Tanida-san in that order.

The sensei all had a slightly different style of taking the kakarigeiko. Fukuyama-sensei tended to hit your shinai away and block your attacks. Herbold-sensei was more lenient in the way that he did not hold you back, but you had to continuously attack as much as you could, and the strikes had to be proper. Heeren-sensei would swing your shinai away from you if he could, often making you spin around the wrong way. Tanida-san was like fukuyama-sensei, except that by the time the Fumetsu-contestants had to do kakarigeiko with him they would be tired and were not able to conduct proper kendo anymore.

Points for kakarigeiko (and uchi-komi geiko):

  • Continue your attack regardless of your environment.
  • Do what attack you feel you should do.
  • Don’t give up.
  • You should have the same attacking attitude during shiai, meaning that you should have an incredibly alert mind, and a lot of kiai. It does not mean that you must always and continuously attack.

After the uchi-komi and kakarigeiko there was jigeiko.

  • Make sure your kendo is proper.
  • Practice what you learned during kihon.
  • And don’t forget to focus on courtesy as you have been told at the start of this training.

At the end of the training Heeren-sensei explained another part of etiquette on folding your tenugui before you do mokusou. He told the kendoka that one’s tenugui is not just some piece of cloth to wipe one’s sweat with. A tenugui often has something written on it, such as a proverb or some other sort of encouraging message. And if there’s nothing written on it, it probably has a meaning to the kendoka personally. Therefore you should not just pull your tenugui off of your head after you’ve taken off your men. But you should fold it properly and carefully place it back inside. This is also a part of heijoushin.

Deze samenvatting heeft betrekking op de middagsessie in Amstelveen.

Na de gebruikelijke warming up volgde een shinai inspectie. Net als afgelopen dinsdag legde men nadruk op correct onderhoud van de materialen, en zeker van de shinai. Splinters kunnen enorm veel schade aanrichten op je tegenstander!

De les begon met een shuugou waarin Heeren-sensei nogmaals benadrukt hoe belangrijk etiquette is tijdens de training. Hij vindt dat de kendoka elkander niet genoeg respect tonen en veel te weinig naar hen met een hogere rang.

  • Groet je iemand van gelijke rang, dan is een lichte buiging genoeg.
  • Groet je iemand van hogere rang, en zeker een sensei, buig dan dieper dan je tegenstander.
  • Buig aan het einde van een oefening om je partner te bedanken met een “arigatou gozaimashita”, maar buig ook aan het begin om te vragen om hulp of een goede oefening “(yoroshiku) onegai shimasu”.
  • De training begint en eindigt met een knielende buiging en met de zelfde woorden (onegai shimasu / arigatou gozaimashita). Shiai en jigeiko beginnen ook met de sonkyo buiging.

We gingen door met kihon oefeningen. De punten voor vandaag waren ongeveer het zelfde als dinsdag, toen we ons richtten op seme-men en schijn kote-men. Deze oefeningen wisselden we af met kirikaeshi.

  • Vanuit maai stap je in tot je kensen op motodachi’s kote ligt. Sla vanuit hier op men. Het punt is dat je tegenstander louter een klein object ziet naderen, waardoor hij later reageert dan wanneer hij de volledige lengte van de shinai ziet komen.
  • Pauzeer een fractie van een seconde tussen seme en de men slag.
  • Het doel van seme is om het midden te nemen. Beheers je het midden, dan beheers je het gevecht.
  • Om deze aanval te kunnen uitvoeren heb je moed en vastberadenheid nodig.
  • Omdat de meeste kendoka nog niet gevorderd zijn zal de oefening gebeuren met grote slagen. Op deze manier ontwikkel je de fijnere bewegingen die nodig zijn om je shinai te “knippen” met je pols. Je zal er ook je linker arm beter door gaan gebruiken.

Na de kihon gingen we door met uchi-komi en kakari geiko, speciaal voor de kendoka die op Zondag meedoen aan de Fumetsu Cup. De kakarigeiko werd geleid door Fukuyama-sensei, Herbold-sensei, Heeren-sensei en Tanida-san in die volgorde.

De leraren hadden elk een eigen stijl in kakarigeiko. Fukuyama-sensei tikt je shinai aan de kant en blokkeert je aanvallen. Herbold-sensei was meer open, in de zin dat hij je jezelf niet in liet houden: je moest onafgebroken aanhouden en de slagen moesten correct zijn. Heeren-sensei zwaait jouw shinai weg op zo’n manier dat je volledig de verkeerde kant op komt de staan. Tanida-san leek op Fukuyama-sensei, met het verschil dat men tegen die tijd zo uitgeput was dat men geen goede kendo meer kon uitvoeren.

Punten voor kakarigeiko (en uchi-komi geiko):

  • Ga door met aanvallen, ongeacht de omgeving.
  • Doe de aanval die je gevoel je ingeeft.
  • Geef niet op.
  • Deze instelling moet je ook hebben tijdens shiai. Je moet dus heel alert zijn en veel kiai hebben. Het betekent niet dat je tijdens een shiai onafgebroken moet aanvallen.

We gingen door met jigeiko:

  • Toon goede, correcte kendo.
  • Gebruik in jigeiko wat je in kihon hebt geleerd.
  • En vergeet de etiquette niet!

Aan het einde van de les legde Heeren-sensei nog meer etiquette uit, met betrekking tot je tenugui. Jouw tenugui is zomaar een stukje stof om zweet af te vegen. Het draagt een spreuk, of een bemoedigende tekst, of het heeft vaak een personlijke betekenis voor de kendoka. Trek de tenugui dus niet zomaar van je hoofd! Vouw hem netjes op en leg’m netjes in je men. Ook dit is onderdeel van heijoshin!

Leave a Reply